premise
stringlengths
9
577
hypothesis
stringlengths
1
829
label
int64
-1
2
De menigte staat buiten een metrogebied.
Een groep mensen wacht op de opening van het station.
1
De menigte staat buiten een metrogebied.
Metroseksuelen zitten op de veranda.
2
Jongetje in het oranje sweatshirt op een houtblok.
Een jongetje in een oranje sweatshirt in een boomgaard bij een rivier.
1
Jongetje in het oranje sweatshirt op een houtblok.
Een jongetje in een oranje sweater op een houtblok buiten.
0
Jongen in een zwart hemd voor een advertentie.
De jongen droeg een zwart hemd.
0
Jongen in een zwart hemd voor een advertentie.
De jongen was op school.
2
Jongen in een zwart hemd voor een advertentie.
De jongen stond in de advertentie en poseerde ernaast.
1
Een graffitikunstenaar schildert over een poster op een stenen muur.
Een graffitikunstenaar schildert een affiche.
0
Een graffitikunstenaar schildert over een poster op een stenen muur.
Een man gaat met zijn hond wandelen.
2
Een graffitikunstenaar schildert over een poster op een stenen muur.
Een kunstenaar is aan het schilderen.
0
Een graffitikunstenaar schildert over een poster op een stenen muur.
Een graffitikunstenaar schildert een poster om te proberen een wedstrijd te winnen.
1
Een graffitikunstenaar schildert over een poster op een stenen muur.
Een graffitikunstenaar maakt een affiche van een kunstwedstrijd.
2
Een graffitikunstenaar schildert over een poster op een stenen muur.
Er hangt iemand posters op de muur.
2
Een graffitikunstenaar schildert over een poster op een stenen muur.
Een zanger trekt op een raam in een stenen muur.
2
Een graffitikunstenaar schildert over een poster op een stenen muur.
Een kunstenaar werd ingehuurd om over een poster te schilderen.
1
Een graffitikunstenaar schildert over een poster op een stenen muur.
Een graffitikunstenaar doet illegaal pijn over een poster op een gebouw.
1
Een graffitikunstenaar schildert over een poster op een stenen muur.
Een kunstenaar verbergt slechte woorden op een stenen muur.
1
Een graffitikunstenaar schildert over een poster op een stenen muur.
Een graffitikunstenaar schildert iets anders.
0
Een graffitikunstenaar schildert over een poster op een stenen muur.
Een graffitikunstenaar doet pijn over iets op een stenen muur.
0
Een graffitikunstenaar schildert over een poster op een stenen muur.
Een kunstenaar gebruikt graffiti.
0
Een graffitikunstenaar schildert over een poster op een stenen muur.
Een kunstenaar maakt een affiche.
2
Een graffitikunstenaar schildert over een poster op een stenen muur.
Een vrouw schildert over een advertentie.
1
Een man in een wit t-shirt kijkt naar de camera omringd door een menigte in de buurt van een metrostation.
De man ziet de camera.
0
Een man in een wit t-shirt kijkt naar de camera omringd door een menigte in de buurt van een metrostation.
De mensen hebben allemaal pikettekens.
2
Een man in een wit t-shirt kijkt naar de camera omringd door een menigte in de buurt van een metrostation.
De man draagt een pak en een stropdas.
2
Een man in een wit t-shirt kijkt naar de camera omringd door een menigte in de buurt van een metrostation.
Er is een menigte op het station.
0
Een man in een wit t-shirt kijkt naar de camera omringd door een menigte in de buurt van een metrostation.
Er is een groep mensen bijeengekomen voor een doel.
0
Een man in een wit t-shirt kijkt naar de camera omringd door een menigte in de buurt van een metrostation.
De beroemde man wordt omsingeld door zijn fans.
1
Een man in een wit t-shirt kijkt naar de camera omringd door een menigte in de buurt van een metrostation.
Een menigte op het bureau neemt foto's van hem.
1
Een man in een wit t-shirt kijkt naar de camera omringd door een menigte in de buurt van een metrostation.
Een man in een treinstation kijkt naar de camera.
0
Een man in een wit t-shirt kijkt naar de camera omringd door een menigte in de buurt van een metrostation.
De jongen speelt basketbal.
2
Een man in een wit t-shirt kijkt naar de camera omringd door een menigte in de buurt van een metrostation.
De man drinkt een kop koffie in de winkel.
2
Een man in een wit t-shirt kijkt naar de camera omringd door een menigte in de buurt van een metrostation.
De man is alleen.
1
Een man in een wit t-shirt kijkt naar de camera omringd door een menigte in de buurt van een metrostation.
Er is een nieuwsploeg op het metrostation.
1
Een man in een wit t-shirt kijkt naar de camera omringd door een menigte in de buurt van een metrostation.
Een man is benieuwd waarom de menigte een camera omringt.
0
Een man in een wit t-shirt kijkt naar de camera omringd door een menigte in de buurt van een metrostation.
Een dame poseert voor foto's.
2
Een man in een wit t-shirt kijkt naar de camera omringd door een menigte in de buurt van een metrostation.
Een man is met een groep mensen.
1
Een jongeman sms't terwijl hij voor een poster staat.
Een man sms't zijn vrouw.
1
Een jongeman sms't terwijl hij voor een poster staat.
Een vrouw praat aan de telefoon.
2
Een jongeman sms't terwijl hij voor een poster staat.
Een man sms't.
0
Een man in een groen hemd staat tussen twee auto's die drie vingers omhoog houden.
Er staat een man tussen de motoren.
2
Een man in een groen hemd staat tussen twee auto's die drie vingers omhoog houden.
Er staat een man tussen roze sportwagens.
1
Een man in een groen hemd staat tussen twee auto's die drie vingers omhoog houden.
Er staat een man tussen de auto's.
0
Een hond springt in de lucht om een orange frisbee te vangen.
Er is buiten een hond aan het spelen.
0
Een hond springt in de lucht om een orange frisbee te vangen.
De oude man leest de krant.
2
Een hond springt in de lucht om een orange frisbee te vangen.
Een hond speelt met kinderen.
1
Een man in een groen hemd met een taxi in een grote stad.
Een man met groene kleren moet naar het vliegveld.
1
Een man in een groen hemd met een taxi in een grote stad.
Een man naakt alleen in een bergstroom.
2
Een man in een groen hemd met een taxi in een grote stad.
Een man met groene kleren wil ergens heen.
0
een man een taxi aanroept of een vredesteken geeft in een stad
De man laat zijn middelvinger zien in de stad.
2
een man een taxi aanroept of een vredesteken geeft in een stad
De man wil de vrede bevorderen.
1
een man een taxi aanroept of een vredesteken geeft in een stad
De man geeft een vredesteken over.
0
Een hond vangt een diskette in de lucht.
Een hond eet kibbel uit een rode kom.
2
Een hond vangt een diskette in de lucht.
Een dier springt.
0
Een man in een groen hemd die een taxi aanroept.
Een man heeft haast.
1
Een man in een groen hemd die een taxi aanroept.
Een man rijdt in zijn eigen auto.
2
Een man in een groen hemd die een taxi aanroept.
De mens neemt een taxi.
0
Een jongen en een meisje met een blauw jasje hebben een eigen sneeuwbalgevecht.
De kinderen betalen in de modder.
2
Een jongen en een meisje met een blauw jasje hebben een eigen sneeuwbalgevecht.
Er is een sneeuwbalgevecht aan de gang.
0
Een jongen en een meisje met een blauw jasje hebben een eigen sneeuwbalgevecht.
De broers en zussen genieten van de sneeuw.
1
Kinderen spelen buiten voetbal.
Kinderen spelen alleen voetbal omdat hun ouders ze maken.
1
Kinderen spelen buiten voetbal.
Kinderen houden zich bezig met buitensport.
0
Kinderen spelen buiten voetbal.
Kinderen zitten thuis en vragen zich af of ze ooit zullen kunnen genieten van buitensporten.
2
Een groep mannen voetbalt in een park met toeschouwers in paviljoens achter hen.
Een groepje mannen speelt voetbal in een bowlingbaan.
2
Een groep mannen voetbalt in een park met toeschouwers in paviljoens achter hen.
Mannen voetballen in een park.
0
Een groep mannen voetbalt in een park met toeschouwers in paviljoens achter hen.
De groep mannen die voetbal speelt, is professionals.
1
De mensen spelen voetbal op het gras.
De mensen spelen basketbal in deuren.
2
De mensen spelen voetbal op het gras.
De mensen spelen een sport.
0
De mensen spelen voetbal op het gras.
De mensen strijden voor een trofee.
1
Er zijn een aantal jonge mannen die een bal trappen, met een paviljoen achter hen met mensen die onder hen staan.
Verschillende mannen slapen op een bed.
2
Er zijn een aantal jonge mannen die een bal trappen, met een paviljoen achter hen met mensen die onder hen staan.
Er zijn een aantal jonge mannen die een bal trappen.
0
Er zijn een aantal jonge mannen die een bal trappen, met een paviljoen achter hen met mensen die onder hen staan.
Er zijn verschillende jonge mannen die een bal om zich heen trappen en lachen.
1
Zeven mensen voetballen op een veld, de man in het blauwe shirt staat op het punt de bal te schoppen.
Ze staan buiten.
0
Zeven mensen voetballen op een veld, de man in het blauwe shirt staat op het punt de bal te schoppen.
Ze spelen basketbal.
2
Zeven mensen voetballen op een veld, de man in het blauwe shirt staat op het punt de bal te schoppen.
THey speelt mee in een wedstrijd.
1
Twee mensen zitten op een rots naar de horizon te kijken.
Er zitten twee mensen buiten.
0
Twee mensen zitten op een rots naar de horizon te kijken.
Een paar mensen houdt elkaars hand vast terwijl ze de horizon in de gaten houden.
1
Twee mensen zitten op een rots naar de horizon te kijken.
Er is een man die zijn laatste zonsopgang in zijn eentje in de gaten houdt terwijl hij op een rots zit.
2
Een vrouw die een man uitlacht.
Een vrouw die huilt.
2
Een vrouw die een man uitlacht.
Een vrouw die lacht.
0
Een vrouw die een man uitlacht.
Een vrouw die lacht om een mannengrap.
1
De man in het zwarte shirt maakte de dame aan het lachen.
De man maakte een dame aan het lachen.
0
De man in het zwarte shirt maakte de dame aan het lachen.
Het meisje hield niet van de grap.
2
De man in het zwarte shirt maakte de dame aan het lachen.
De man vertelde een grappige grap.
1
Een meisje in een zwart t-shirt lacht naar een man in een zwart t-shirt die een verhaal vertelt.
Hij vertelt een verhaal over zijn jeugd.
1
Een meisje in een zwart t-shirt lacht naar een man in een zwart t-shirt die een verhaal vertelt.
Hij eet een pizza.
2
Een meisje in een zwart t-shirt lacht naar een man in een zwart t-shirt die een verhaal vertelt.
De man vertelt een grappig verhaal.
0
Een vrouw met een lange staart en een man met kort haar geniet van een lach tijdens het dessert.
Een vrouw en een man eten een toetje.
0
Een vrouw met een lange staart en een man met kort haar geniet van een lach tijdens het dessert.
Een jong stel loopt zijn hond uit te laten in het park.
2
Een vrouw met een lange staart en een man met kort haar geniet van een lach tijdens het dessert.
Een jong stel geniet van een lach om het dessert.
1
Een man met een pen en papiercontrole.
Iemand controleert de aandelen.
0
Een man met een pen en papiercontrole.
De supervisor van het magazijn controleert het werk van zijn medewerker.
1
Een man met een pen en papiercontrole.
Een man rijdt met zijn auto in de regen.
2
Jongeman springen in het water over de watervloeden op het strand
Jongen verdrinkt
2
Jongeman springen in het water over de watervloeden op het strand
Jongeman springt in water om ouders te vermijden
1
Jongeman springen in het water over de watervloeden op het strand
Er is een jongen buiten.
0
Een klein meisje houdt een kleurrijke einde oorlog Ron Paul bord, sommige volwassenen staan ook bij haar in de buurt op de foto.
De volwassenen staan dicht bij een kind met een politiek bord.
0
Een klein meisje houdt een kleurrijke einde oorlog Ron Paul bord, sommige volwassenen staan ook bij haar in de buurt op de foto.
Het kleine meisje heeft een bordje.
0
Een klein meisje houdt een kleurrijke einde oorlog Ron Paul bord, sommige volwassenen staan ook bij haar in de buurt op de foto.
Iedereen speelt poker in een rookkamer.
2
Een klein meisje houdt een kleurrijke einde oorlog Ron Paul bord, sommige volwassenen staan ook bij haar in de buurt op de foto.
Een meisje protesteert tegen een groep volwassenen.
1