premise
stringlengths
9
577
hypothesis
stringlengths
1
829
label
int64
-1
2
Een man zit binnen en speelt de banjo, er staan bomen achter hem buiten.
Er loopt een man naar buiten.
2
Een man zit binnen en speelt de banjo, er staan bomen achter hem buiten.
Binnen zit een mannetje.
0
Een man zit binnen en speelt de banjo, er staan bomen achter hem buiten.
Een man speelt een banjo terwijl hij op een bank zit.
1
Twee kinderen, in kleurrijke outfits, spelen in een veld met een grote rots in het midden.
Speel niet met stenen
2
Twee kinderen, in kleurrijke outfits, spelen in een veld met een grote rots in het midden.
Twee kinderen spelen met een grote rots in het veld
0
Twee kinderen, in kleurrijke outfits, spelen in een veld met een grote rots in het midden.
Twee kinderen spelen met een grote rots in het veld met familie.
1
Twee jonge meisjes spelen buiten in een niet-stedelijke omgeving.
Sommige meisjes lopen door een open veld.
1
Twee jonge meisjes spelen buiten in een niet-stedelijke omgeving.
Twee meisjes spelen buiten.
0
Twee jonge meisjes spelen buiten in een niet-stedelijke omgeving.
Er lopen meisjes op de stoep, naast geparkeerde auto's.
2
Twee kinderen met een hoed spelen in een open, rotsachtig veld.
De kinderen zijn thuis aan het lunchen.
2
Twee kinderen met een hoed spelen in een open, rotsachtig veld.
De kinderen spelen op een rotsveld.
0
Twee kinderen met een hoed spelen in een open, rotsachtig veld.
De kinderen spelen catch.
1
Een vrouw in een groene en roze jurk danst met iemand met een blauw topje met een witte broek aan.
De danseres ligt op het gras.
1
Een vrouw in een groene en roze jurk danst met iemand met een blauw topje met een witte broek aan.
De vrouw in het groen en roze danst.
0
Een vrouw in een groene en roze jurk danst met iemand met een blauw topje met een witte broek aan.
De dansende vrouw is alleen in haar slaapkamer.
2
Een man in een gouden broek die naar de camera kijkt.
De man die naar de camera kijkt.
0
Een man in een gouden broek die naar de camera kijkt.
De man die naar iets kijkt.
1
Een man in een gouden broek die naar de camera kijkt.
De mens loopt naar de gang.
2
Een man met een gouden rok zit voor de computer.
Een man met een gouden rok op zijn computer die naar het computerscherm kijkt.
0
Een man met een gouden rok zit voor de computer.
Een man in een golfrok zit achter zijn computer te typen naar zijn vrienden.
1
Een man met een gouden rok zit voor de computer.
Een man in een blauwe broek die naar de televisie zit te kijken.
2
Een man met een zwart t-shirt aan een computerbureau.
de man werkt aan de computer
0
Een man met een zwart t-shirt aan een computerbureau.
de man heeft het werk afgezegd en was de hele dag in de dierentuin
2
Een man met een zwart t-shirt aan een computerbureau.
de man doet een project voor zijn werk
1
Een man met een baard in een zwart t-shirt zit voor een bureau met een computer.
Er staat een man in de regen.
2
Een man met een baard in een zwart t-shirt zit voor een bureau met een computer.
Een man die wacht met zijn computer.
0
Een man met een baard in een zwart t-shirt zit voor een bureau met een computer.
Een man die een nieuwe laptop koopt.
1
Een man met een gouden rok, zittend aan een computerbureau, kijkt naar de camera met zijn handen op zijn gezicht.
een man kijkt naar zijn webcam
0
Een man met een gouden rok, zittend aan een computerbureau, kijkt naar de camera met zijn handen op zijn gezicht.
Hij verbergt zijn gezicht.
1
Een man met een gouden rok, zittend aan een computerbureau, kijkt naar de camera met zijn handen op zijn gezicht.
een man steekt zijn tong eruit
2
Een jong meisje zit aan een tafel met een kom op haar hoofd.
Een jong meisje heeft een kom op haar hoofd.
0
Een jong meisje zit aan een tafel met een kom op haar hoofd.
Een peuter heeft haar spaghetti op haar hoofd gedumpt.
1
Een man danst's nachts met een vuurstok.
de menigte juicht als hij zich beweegt
1
Een man danst's nachts met een vuurstok.
de vrouw doet een hoeladans
2
Een man danst's nachts met een vuurstok.
De man danst.
0
Een arts controleert de maag van een peuter.
De peuter wordt gecontroleerd.
0
Een arts controleert de maag van een peuter.
De arts kijkt in de mond van de peuter.
2
Een arts controleert de maag van een peuter.
De peuter kan ziek zijn.
1
Jonge blonde vrouw die haar voet in een waterfontein steekt
Een jonge vrouw die een avondjurk draagt en haar schoenen in haar handen houdt, duikt een voet in de Buckingham Fountain in Chicago.
1
Jonge blonde vrouw die haar voet in een waterfontein steekt
Een jonge blonde vrouw zit op een strandstoel.
2
Jonge blonde vrouw die haar voet in een waterfontein steekt
Een mens doopt haar voet in het water.
0
Een jonge vrouw probeert haar voet in een fontein te steken.
De vrouw zit in een trein.
2
Een jonge vrouw probeert haar voet in een fontein te steken.
Er is een vrouw in de buurt van een fontein.
0
Een jonge vrouw probeert haar voet in een fontein te steken.
De vrouw heeft een voet in de lucht.
0
Een vrouw in een capri-jeans krast op de rand van een fontein met haar linkervoet eruit geschopt om het vallende water aan te raken.
Er loopt een vrouw in het park.
2
Een vrouw in een capri-jeans krast op de rand van een fontein met haar linkervoet eruit geschopt om het vallende water aan te raken.
Een vrouw staat te popelen om het water aan te raken.
1
Een vrouw in een capri-jeans krast op de rand van een fontein met haar linkervoet eruit geschopt om het vallende water aan te raken.
Een vrouw wil het water in de fontein aanraken.
0
De vrouw balanceert op de rand van de fontein terwijl ze haar teen in het water steekt.
Een vrouw staat op een fontein en steekt haar tenen in.
0
De vrouw balanceert op de rand van de fontein terwijl ze haar teen in het water steekt.
Er zit een vrouw op het gras.
2
De vrouw balanceert op de rand van de fontein terwijl ze haar teen in het water steekt.
Een oude vrouw staat op een fontein en steekt haar tenen erin.
1
Een paar wandelingen met de arm en de hand langs een stadsstrand.
Het echtpaar is buiten.
0
Een paar wandelingen met de arm en de hand langs een stadsstrand.
Het echtpaar is getrouwd.
1
Een paar wandelingen met de arm en de hand langs een stadsstrand.
Het echtpaar is aan het dineren in een restaurant.
2
Een man staart naar een passerend stel terwijl hij door de straat loopt.
Een man staart naar een voorbijgaand stel.
0
Een man staart naar een passerend stel terwijl hij door de straat loopt.
De man is jaloers op het stel.
1
Een man staart naar een passerend stel terwijl hij door de straat loopt.
De vrouw staart naar een stel terwijl ze verderop ruzie maakt.
2
Een stel houdt de handen achter de rug vast terwijl hij door een straat loopt, en de man heeft zijn arm om haar schouders.
stelletje lopen naar huis
1
Een stel houdt de handen achter de rug vast terwijl hij door een straat loopt, en de man heeft zijn arm om haar schouders.
Wandelend stel
0
Een stel houdt de handen achter de rug vast terwijl hij door een straat loopt, en de man heeft zijn arm om haar schouders.
beer in de dierentuin
2
Een man en een vrouw houden elkaars hand vast terwijl ze langs een stadsstrand lopen.
Een getrouwd stel vecht op de stoep.
2
Een man en een vrouw houden elkaars hand vast terwijl ze langs een stadsstrand lopen.
Een getrouwd stel houdt hand in hand als ze langs de stadsstrand lopen.
1
Een man en een vrouw houden elkaars hand vast terwijl ze langs een stadsstrand lopen.
Een man en een vrouw houden elkaars hand vast.
0
Een man in het rood staat met zijn kind op het strand.
Een man die blauw draagt, slaapt met zijn kind op schoot in zijn huis.
2
Een man in het rood staat met zijn kind op het strand.
Een man die rood draagt met zijn kind op een strand met uitzicht op de oceaan.
1
Een man in het rood staat met zijn kind op het strand.
Een man die rood staat met zijn kind terwijl hij anderen zandkastelen ziet bouwen op het strand.
1
Nieuwe sport wordt gespeeld om waardering te tonen voor kinderen die niet kunnen lopen.
Mensen spelen een sport ter ere van verlamde mensen.
0
Nieuwe sport wordt gespeeld om waardering te tonen voor kinderen die niet kunnen lopen.
Mensen spelen voetbal zonder spullen.
2
Nieuwe sport wordt gespeeld om waardering te tonen voor kinderen die niet kunnen lopen.
Mensen spelen een sport om een fonds voor verlamde mensen te helpen financieren.
1
Twee man in een rolstoel komen in de lucht voor een basketbal.
Twee treurige mannen in een rolstoel komen in de lucht voor een basketbal.
1
Twee man in een rolstoel komen in de lucht voor een basketbal.
Twee mensen in een rolstoel komen in de lucht voor een basketbal.
0
Twee man in een rolstoel komen in de lucht voor een basketbal.
Twee vrouwen in een rolstoel komen in de lucht voor een basketbal.
2
Drie rolstoelbasketballers in teamuniformen proberen met andere spelers op de achtergrond het neergaande basketbal te bereiken.
Een paar rolstoelbasketballers spelen de basketbalwedstrijd.
1
Drie rolstoelbasketballers in teamuniformen proberen met andere spelers op de achtergrond het neergaande basketbal te bereiken.
Drie rolstoelbasketballers spelen basketbal in het veld.
0
Drie rolstoelbasketballers in teamuniformen proberen met andere spelers op de achtergrond het neergaande basketbal te bereiken.
Een volk neemt samen koffie bij de coffeeshop.
2
Vier man in een rolstoel op een basketbalveld twee proberen een basketbal in de lucht te pakken.
Vier mannen zijn aan het kaarten.
2
Vier man in een rolstoel op een basketbalveld twee proberen een basketbal in de lucht te pakken.
Vier mannen spelen basketbal.
0
Vier man in een rolstoel op een basketbalveld twee proberen een basketbal in de lucht te pakken.
De vier spelers zijn gehandicapt.
1
Drie honden in verschillende kleuren van bruine en witte bijten en elkaar likken.
de honden vechten
2
Drie honden in verschillende kleuren van bruine en witte bijten en elkaar likken.
Er zijn drie honden
0
Drie honden in verschillende kleuren van bruine en witte bijten en elkaar likken.
de dog playing
1
Twee honden bijten speels een derde hond, die zijn tong uitstekt.
Twee honden slapen terwijl een derde zijn voedsel opeet.
2
Twee honden bijten speels een derde hond, die zijn tong uitstekt.
Een paar honden plagen een derde met knabbels.
0
Drie kleine puppies bijten en spelen samen in het gras.
De puppies slapen in een mandje.
2
Drie kleine puppies bijten en spelen samen in het gras.
Ze spelen in het hondenpark.
1
Drie kleine puppies bijten en spelen samen in het gras.
Drie puppy's spelen buiten.
0
Twee honden bijten een andere hond in een veld.
honden die bijten
1
Twee honden bijten een andere hond in een veld.
honden vallen een andere hond aan
0
Twee honden bijten een andere hond in een veld.
In het register ingeschreven honden
2
Toeristen wachten bij een treinhalte.
Toeristische wandeling door een kunstmuseum.
2
Toeristen wachten bij een treinhalte.
Een groep toeristen wacht buiten op een trein.
1
Toeristen wachten bij een treinhalte.
Een groep toeristen wacht op een trein op een treinstation.
0
Een arts in de blauwe scrubs voert een operatie uit die wordt begeleid door twee mannen en een vrouw.
Een oude man sprak.
0
Een arts in de blauwe scrubs voert een operatie uit die wordt begeleid door twee mannen en een vrouw.
De jongens waren boos.
2
Een arts in de blauwe scrubs voert een operatie uit die wordt begeleid door twee mannen en een vrouw.
Het kind was gelukkig.
1
Een vrouw met een zwart jasje loopt langs een outdoor filmposter.
Een vrouw verlaat een filmtheater.
1
Een vrouw met een zwart jasje loopt langs een outdoor filmposter.
Er loopt een vrouw naar buiten.
0
Een vrouw met een zwart jasje loopt langs een outdoor filmposter.
Een vrouw is aan het opruimen.
2
Een man met een elfenhoed met een witte paraplu staat op de stoep met twee andere mannen.
Er staat een man op.
0
Een man met een elfenhoed met een witte paraplu staat op de stoep met twee andere mannen.
Mijn liefde is als een rode pruik.
2
Een man met een elfenhoed met een witte paraplu staat op de stoep met twee andere mannen.
Anderen zijn vlakbij.
1