premise
stringlengths
9
577
hypothesis
stringlengths
1
829
label
int64
-1
2
Een kleine jongen die onder water zwemt met een speeltje in zijn hand.
Een jongetje zit achter een hond aan.
2
Een kleine jongen die onder water zwemt met een speeltje in zijn hand.
Een jongetje houdt een ring vast.
1
Een kleine jongen die onder water zwemt met een speeltje in zijn hand.
Er is een jongetje onder water.
0
Een man met een wit shire-shirt en haat berijdt een bokkend paard in een rodeo.
Een man rijdt in zijn eerste rodeo.
1
Een man met een wit shire-shirt en haat berijdt een bokkend paard in een rodeo.
Een rodeo-clown jaagt op een stier.
2
Een man met een wit shire-shirt en haat berijdt een bokkend paard in een rodeo.
Een man wordt op een paard geboeid.
0
Een zadelbroncrijder wordt uit het zadel getild, maar houdt zijn grip tijdens zijn rit.
De man berijdt een dier.
0
Een zadelbroncrijder wordt uit het zadel getild, maar houdt zijn grip tijdens zijn rit.
De man probeert niet te vallen.
1
Een zadelbroncrijder wordt uit het zadel getild, maar houdt zijn grip tijdens zijn rit.
De man rijdt op een motorfiets.
2
een vrouw met een strohoed die werkt aan een vreemde machine met kokosnoten aan haar zijde.
Een vrouw gebruikt een machine om kokosmelk te maken.
1
een vrouw met een strohoed die werkt aan een vreemde machine met kokosnoten aan haar zijde.
Er zit een vrouw op de bank.
2
een vrouw met een strohoed die werkt aan een vreemde machine met kokosnoten aan haar zijde.
Een vrouw zit aan een machine.
0
Een man met een rijsthoed schudt maïs met een maïsschuif en wordt omringd door bomen.
De man kookt een pot maïs.
2
Een man met een rijsthoed schudt maïs met een maïsschuif en wordt omringd door bomen.
Er is iemand die groenten verwerkt.
0
Een man met een rijsthoed schudt maïs met een maïsschuif en wordt omringd door bomen.
Een man gooit een grote hoop maïs weg.
1
Een vrouw met een Chinese strohoed die een soort rvs-machine in een park gebruikt.
De vrouw maakt juweliers in het park.
1
Een vrouw met een Chinese strohoed die een soort rvs-machine in een park gebruikt.
De vrouw heeft een klein kind in de machine dat kleren naait.
2
Een vrouw met een Chinese strohoed die een soort rvs-machine in een park gebruikt.
De vrouw is buiten met een machine.
0
Een vrouw aan de kant van een straat maakt eten op haar wagen.
Een kind draagt een bandana.
2
Een vrouw aan de kant van een straat maakt eten op haar wagen.
Iemand kookt Mexicaans voedsel.
1
Een vrouw aan de kant van een straat maakt eten op haar wagen.
Er is iemand aan het koken.
0
Een man in een blauwe broek en zonder hemd loopt op de weg terwijl hij naar zijn iPod luistert.
De man draagt een blauw hemd.
2
Een man in een blauwe broek en zonder hemd loopt op de weg terwijl hij naar zijn iPod luistert.
De man is op de vlucht.
0
Een man in een blauwe broek en zonder hemd loopt op de weg terwijl hij naar zijn iPod luistert.
De man draagt een koptelefoon.
1
Vrouwen die één vrouw beoefenen, hebben een groene mat en een zwarte outfit aan.
De vrouwen kleden zich allebei in het groen.
2
Vrouwen die één vrouw beoefenen, hebben een groene mat en een zwarte outfit aan.
De vrouwen doen aan yoga.
1
Studenten oefenen yoga in een klassetting.
De studenten volgen een yogacursus voor beginners.
1
Studenten oefenen yoga in een klassetting.
De studenten lossen vergelijkingen op in het bestuur.
2
Studenten oefenen yoga in een klassetting.
Er is een yoga-klas aan de gang.
0
De mensen strekken zich uit op yogamatten.
Ze strekten zich uit op yogamatten buiten.
1
De mensen strekken zich uit op yogamatten.
De mensen lagen op yogamatten.
0
De mensen strekken zich uit op yogamatten.
Ze rekken zich uit op de fiets.
2
Een groep mensen doet aan yoga.
De mensen doen aan yoga.
0
Een groep mensen doet aan yoga.
De mensen zijn aan het trainen.
1
Een groep mensen doet aan yoga.
De mensen zijn aan het slapen.
2
Motorrijders presteren terwijl twee mannen toekijken.
Twee vrouwen lopen met kinderwagens.
2
Motorrijders presteren terwijl twee mannen toekijken.
Mannen kijken naar motorrijders.
0
Motorrijders presteren terwijl twee mannen toekijken.
Motorcylist speelt in een jaarlijkse race.
1
De jongeman wacht met anderen op de stoep.
De meisjes beklimmen een boom.
2
De jongeman wacht met anderen op de stoep.
Er is een jongere die met anderen in de buurt van de bustop praat.
1
De jongeman wacht met anderen op de stoep.
Er wacht een groep mensen buiten.
0
Twee mensen poseren voor de camera.
Mensen poseren voor een beeld.
0
Twee mensen poseren voor de camera.
Mensen poseren voor een familiefoto.
1
Twee mensen poseren voor de camera.
Twee mensen schreeuwen.
2
Een man slaapt op het gras.
De man ligt in slaap.
0
Een man slaapt op het gras.
De man is in een viersterrenhotel aan het inchecken.
2
Een man slaapt op het gras.
De man slaapt op het gras omdat hij dakloos is.
1
Een witte en bruine hond springt door de lucht.
De witte en bruine hond hangt in de lucht.
0
Een witte en bruine hond springt door de lucht.
De hond doet een dutje.
2
Een witte en bruine hond springt door de lucht.
De hond krijgt een frisbee.
1
Een rij van poten en zwarte laarzen met een jongen aan het eind van de rij.
Een jongetje eet een broodje.
2
Een rij van poten en zwarte laarzen met een jongen aan het eind van de rij.
Een jongetje zit op de grond op een familiefoto.
1
Een rij van poten en zwarte laarzen met een jongen aan het eind van de rij.
Een jongen zit aan de voeten van mensen.
0
Een man in het blauw ligt op een grotendeels kale grasvlakte, terwijl kleine groepen mensen in de verte samenkomen.
Een man draagt blauw.
0
Een man in het blauw ligt op een grotendeels kale grasvlakte, terwijl kleine groepen mensen in de verte samenkomen.
De man is moe.
1
Een man in het blauw ligt op een grotendeels kale grasvlakte, terwijl kleine groepen mensen in de verte samenkomen.
De man drinkt een biertje in een kroeg.
2
Verschillende mensen die buiten een gebouw rondhangen.
De mensen zitten binnen te voetballen.
2
Verschillende mensen die buiten een gebouw rondhangen.
De mensen hebben lunchpauze.
1
Verschillende mensen die buiten een gebouw rondhangen.
Er staat een groep mensen buiten.
0
Een klein meisje volgt twee mannen met paraplu's op een pad.
De mensen staan buiten.
0
Een klein meisje volgt twee mannen met paraplu's op een pad.
Het kleine meisje berijdt een paard.
2
Een klein meisje volgt twee mannen met paraplu's op een pad.
De mensen lopen naar huis in de regen.
1
Er ligt een dame op de grond die een koffer inpakt.
Ze is aan het inpakken.
0
Er ligt een dame op de grond die een koffer inpakt.
Het meisje gaat op reis.
1
Er ligt een dame op de grond die een koffer inpakt.
De vrouw staat op uitpakken.
2
Het kleine meisje in een blauw-gele geruite outfit en de blauwe hoed loopt langs het spoor.
Er loopt een meisje op het spoor.
0
Het kleine meisje in een blauw-gele geruite outfit en de blauwe hoed loopt langs het spoor.
Er loopt een jongetje op het spoor.
2
Het kleine meisje in een blauw-gele geruite outfit en de blauwe hoed loopt langs het spoor.
Er loopt een meisje bergafwaarts op het spoor.
1
Het kleine meisje loopt langs een zand-, rots- en graspad met een blauwe hoed, achter twee mensen die rugzakjes dragen en paraplu's vasthouden.
Drie mensen lopen op een pad.
0
Het kleine meisje loopt langs een zand-, rots- en graspad met een blauwe hoed, achter twee mensen die rugzakjes dragen en paraplu's vasthouden.
Twee mensen zijn op de goede weg.
2
Het kleine meisje loopt langs een zand-, rots- en graspad met een blauwe hoed, achter twee mensen die rugzakjes dragen en paraplu's vasthouden.
Drie mensen lopen op een weg naar huis voordat de storm toeslaat.
1
De blonde vrouw zoekt medicijnen in een koffer.
Een blonde vrouw zoekt dingen in een koffer.
0
De blonde vrouw zoekt medicijnen in een koffer.
Een brunette vrouw controleert haar koffer voordat ze in een vliegtuig stapt.
2
Stacks van netjes gevouwen kleding dekken het grootste deel van deze verdieping, terwijl een vrouw met een beige hemd en een spijkerbroek druk een koffer opvult.
Er is een vrouw aan het inpakken voor een reisje.
1
Stacks van netjes gevouwen kleding dekken het grootste deel van deze verdieping, terwijl een vrouw met een beige hemd en een spijkerbroek druk een koffer opvult.
Een man pakt zijn golfclubs in.
2
Stacks van netjes gevouwen kleding dekken het grootste deel van deze verdieping, terwijl een vrouw met een beige hemd en een spijkerbroek druk een koffer opvult.
Een vrouw is een koffer aan het vullen.
0
Een jonge vrouw pakt spullen in een zwarte koffer.
Een jongeman pakt spullen in een zwarte vuilniszak.
2
Een jonge vrouw pakt spullen in een zwarte koffer.
Een jonge vrouw verdeelt spullen in een zwarte doos.
1
Een jonge vrouw pakt spullen in een zwarte koffer.
Een jonge vrouw pakt spullen in een zwarte kofferdrager.
0
Mensen gaan een lange wandeling maken naar de bergen.
De mensen lopen in een grote groep.
1
Mensen gaan een lange wandeling maken naar de bergen.
De mensen rennen naar de bergen.
2
Mensen gaan een lange wandeling maken naar de bergen.
De mensen lopen buiten.
0
Een man die op straat rust.
Een man die op straat zit.
1
Een man die op straat rust.
Een man die op straat loopt te joggen.
2
Een man die op straat rust.
Een man die op straat rust.
0
Een vrouw in kostuum marcheert met een grote trom.
De top van de middelbare school is aan het marcheren.
1
Een vrouw in kostuum marcheert met een grote trom.
De drumdame bestuurt een bus.
2
Een vrouw in kostuum marcheert met een grote trom.
Ze speelt in een band.
0
Een man met een lading verse directe dozen op auto's met wielen in de straten van de stad, terwijl een vrouw naar hem toe loopt.
Er wordt een pakketje in een stedelijke omgeving gegooid.
0
Een man met een lading verse directe dozen op auto's met wielen in de straten van de stad, terwijl een vrouw naar hem toe loopt.
Een jonge knul levert boodschappen per fiets in de stad.
2
Een man met een lading verse directe dozen op auto's met wielen in de straten van de stad, terwijl een vrouw naar hem toe loopt.
Een man levert boodschappen aan ingesloten senioren in de stad.
1
Een motorrijder doet een neuswheelie.
Een man die een wheelie doet
0
Een motorrijder doet een neuswheelie.
Een man die naast een gecrashte motorfiets staat
2
Een motorrijder doet een neuswheelie.
Een motorrijder die een wheelie doet
0
Een man op een scooter op de stoep.
Een man wacht tot iemand zijn scooter repareert.
1
Een man op een scooter op de stoep.
Er is een man buiten, vlakbij de straat.
0
Een man op een scooter op de stoep.
Een man ontspant zich aan de bar.
2
Een man die met zijn fiets op de stoep stopt om te roken.
De man speelt basketbal.
2
Een man die met zijn fiets op de stoep stopt om te roken.
De man staat.
0
Een man die met zijn fiets op de stoep stopt om te roken.
De man steekt een sigaret aan.
1